Na 48 slapeloze uren was het zo ver: Jonas en ik stapten op onze gedeelde motorbike richting Bolaven Plateau. Dit was de allereerste keer dat we een motor huurden – op de e-bike in Bagan na. In Bagan deelden we eveneens één e-bike: de elektrische machine zag nogal zwaar af van ons gedeeld gewicht en een topsnelheid van 30 km/u was exceptioneel. Nu was het tijd voor the real deal: een semi-automatische Honda met Jonas achter het stuur en ik achterop.

Jammer genoeg was dit ook het moment waarop we toch maar eens onze voorraad anti-malariapillen begonnen te nemen. Dit verklaart de 48 wakkere uren: elke keer ik het waagde mijn ogen dicht te doen, begonnen er plots doemscenario’s in mijn hoofd te spoken. Dus hield ik mij ’s nachts bezig met het verzinnen van 68 motorongelukken, 32 plotwendingen over onze verloren Go Pro en moest ik ook plots alle vlaggen van de wereld vanbuiten leren via de Flags of the World Quiz van Sporcle.
Na 48 slapeloze – maar dus ook best leerzame – uren kon ik niet alleen alle vlaggen benoemen, maar kon de motorrit mij ook geen ruk meer schelen. Een soort therapie in rust, maar dan helemaal anders dan ik me had ingebeeld.



Het Bolaven Plateau staat bekend om z’n koffie, z’n watervallen en z’n etnische minderheden. We reden de Big Loop en onze eerste niet-waterval-stop was bij Mr. Vieng. Deze koffieboer spreekt behoorlijk Engels (zeer zeldzaam hier) en zag wel brood in het toerisme. Hij zet zijn boerderij dus open voor bezoekers en leidt falang rond. Zijn tour focust zich voor 95% op koffie. De overige 5% laat hij toeristen dingen proeven die ze helemaal niet willen proeven. Heerlijke kerel. Bij een opgerold koffieblad hield hij halt en vertelde ons dat het blad propvol mieren zat. Vervolgens gaf hij een tik tegen het blad en zagen we honderden mieren panikeren. Terecht, want 1 seconde later nam Mr. Vieng het blad vast met beide handen, plette hij het blad met de honderden mieren erin en liet ons vervolgens het bloedbad aanschouwen. En dat stonk: naar een mix tussen azijn en citroen, maar dan toch vooral azijn. Proeven? Mnee, liever niet. Mr. Vieng had alle mieren voor zichzelf.



We zetten onze reis verder richting practige watervallen, mooie jungle en koffieboerderijen. We beslissen om toch ook de tour bij Mr. Hook te volgen. Hoewel ik zelf geen koffie drink, leek dit me wel een interessante tour: Mr. Hook spreekt niet alleen over koffie, maar ook over het leven in zijn dorp/stam. En het leven van Mr. Hook leest als een telenovelle: telkens je denkt dat het niet absurder kan, weet hij je te verrassen.

Mr. Hook is de enige Laotiaan in zijn dorp die Engels spreekt. Hij heeft de Wikipedia-pagina over koffie dan ook helemaal vanbuiten geleerd en kan urenlang vertellen over de origine van de koffieboon, de naam ‘koffie’ of de drank zelf. Wanneer hij uitverteld is over koffie, spreekt hij graag over het leven in zijn dorp. Zijn dorp leefde nog niet zo lang geleden volledig afgezonderd van de wereld: geen elektriciteit, geen contact met andere dorpen, geen televisie: niets. Ze hadden volledig hun eigen wetten – die ze nu nog steeds naleven: kinderen worden uitgehuwelijkt vanaf achtjarige leeftijd, meisjes zijn vaak zwanger rond hun twaalf/dertien. Er zijn drie kerkhoven: eentje voor mensen die ‘goed’ gestorven zijn (ouderdom, ziekte,…), eentje voor mensen die ‘slecht’ gestorven zijn (ongeluk) en eentje voor zwangere vrouwen die tijdens hun bevalling sterven. Zwangere vrouwen die op het punt staan te bevallen, moeten het dorp verlaten en naar dit laatste kerkhof gaan. Overleven ze de bevalling dan nemen ze het kind na plusminus tien dagen terug mee naar het dorp. Daar moeten ze over vuur stappen om vervolgens het kind te presenteren aan de vader. Vervolgens vraagt die of het een ‘goed’ of ‘slecht’ kind is: goede kinderen worden geaccepteerd, ‘slechte’ kinderen worden weggedaan. Volgens Mr. Hook antwoorden de vrouwen steeds dat het een ‘goed’ kind is. Heeft de vrouw minder geluk en overleeft ze de bevalling niet dan wordt ze rechtopstaand begraven. Dit duurt drie dagen: de eerste dag wordt ze begraven tot de knieën, de tweede dag tot het middel en de derde dag volledig.
Bon, je leest het al: een bezoek aan Mr. Hook laat je niet onbewogen. Zijn stam gelooft nog heel erg in goede en kwade geesten en alles dat ze doen staat in teken hiervan. Zo offeren ze bijvoorbeeld puppies. Het is een hele eer wanneer je puppy verkozen wordt als offer. Vervolgens stampen ze de puppy tot hij sterft: door hem pijn te doen, gaan de ‘kwade geesten’ in de puppy en als hij dood is, worden ze verdreven.
Alsof het leven daar nog niet hard genoeg klinkt, is Mr. Hook een echte outcast. Hoewel mannen een nogal luxe-bestaan leiden in de stam (ze mogen meerdere vrouwen hebben, moeten niet echt werken,…), zag Mr. Hook het toch allemaal niet zo goed zitten. Bij zijn eerste uithuwelijking overtuigde hij zijn jongere broer om met het meisje te trouwen. Zo kon Mr. Hook zelf school blijven lopen. Eenmaal getrouwd mag dit namelijk niet meer. Bij zijn tweede uithuwelijking overtuigde hij zijn neef om met de nieuwe uitverkorene te trouwen. Zo kon hij uiteindelijk naar de universiteit. Toen vonden zijn ouders het wel genoeg. Via het dorpshoofd – er bestaat namelijk geen geschreven of gesproken taal in hun gemeenschap – contacteerden ze een professor in Paksé. Die bracht vreselijk nieuws aan Mr. Hook: zijn oma lag op sterven. Als hij haar nog wilde zien, moest hij onmiddellijk naar zijn dorp terugkeren. Eens aangekomen bleek oma springlevend en stond er een bruid en ultimatum klaar: Mr. Hook zou onmiddellijk trouwen of nooit nog welkom zijn.
Alsof menig script writer voor zo’n verhaal geen tonnen LSD nodig heeft, wordt het allemaal nog zotter wanneer blijkt dat Mr. Hook na zijn huwelijk de bloemetjes toch nog wat heeft buitengezet. Mr. Hook had seksuele betrekkingen met een buitenlandse vrouw: een big no-no in de gemeenschap. Na heel wat ontkenningen, kwam dit uiteindelijk toch uit bij een soort waarzeggerij die de moderne rechtstaat te kakken zet. Alle mannen van het dorp moesten een stok in rijst zetten en alleen de stok van Mr. Hook bleef rechtstaan in de rijst. Hij was dus de man die het ongeluk naar het dorp bracht.
Sindsdien is Mr. Hook bijna nergens meer welkom in zijn eigen dorp. Hij mag het dorp echter ook niet meer verlaten, omdat z’n dorpsgenoten geloven dat hij ongeluk brengt telkens hij weggaat. Bovendien krijgt hij dagelijks tientallen toeristen over de vloer – iets dat zijn gemeenschap niet apprecieert. Daar komt bij dat Mr. Hook probeert de jongere generatie bij te scholen – zo stuurde hij bijvoorbeeld z’n jongere zus weg uit het dorp naar school. Hij leert kinderen dat de aarde rond is, dat deze rond de zon draait en dat niet alle toeristen Amerikanen zijn die oorlog komen zaaien. Hij heeft ook ethische bezwaren bij het uithuwelijken van jonge meisjes, zeker aan oude mannen. Mr. Hook is er dan ook van overtuigd dat hij op een dag vermoord zal worden door de dorpsoudste.
Voor zo’n verhaal bestaat er maar één woord: SHOOK. En als een man met zo’n intriest levensverhaal mieren bovenhaalt dan kan je alleen maar instemmen om ze op te eten. Dus zo kwam ik te weten dat mieren smaken zoals ze ruiken: naar azijn en citroen. Een smaak die volledig overeenstemt met het zure leven van Mr. Hook: gevangen in een gemeenschap waar hij niet weg kan, maar ook niet thuis is.











