Op basis van onze ervaringen is wat volgt een voorstel voor een haalbare route op een dikke twee tot drie weken (langer is uiteraard beter voor spreiding). Onze effectieve route kan je vinden via Polarsteps (al is die niet echt mooi afgewerkt momenteel)
Een overzicht van de trip en bezienswaardigheden vind je op de overzichtskaart hieronder. Afzonderlijke routes kan je terugvinden bij elk onderdeel (klikken om te openen en te vergroten). Deze route is geoptimaliseerd voor de zomermaanden.
Landen doe je op de luchthaven van Keflavik. Daar haal je idealiter je huurwagen of camper op. Tijdens de zomermaanden (Juli-Augustus) is een camper vermoedelijk de leukste optie. Wel zeker opteren voor een 4×4 , anders gaat een deel van het plezier (F-Roads) je voorbij.
Indien de tijd er is, passeer je meteen langs de Blue Lagoon (dit kan je ook op het einde van de trip). Tijdens de drukke periode (zomermaanden) zeker tijdig boeken. Eventueel ook even een kijkje gaan nemen bij de Bridge Between Continents. Daarna kan je doorrijden naar Reykjavik.
Reykjavik
Reykjavik is een ‘kleine’ stad, waar je niet al te veel tijd voor moet voorzien. 1 dag is voldoende om de stad volledig te verkennen. Je hebt de bekende Hallgrimskirkja, een paar leuke straten (Laugavegur, met redelijk wat leuke streetart) en een aantal musea (het penismuseum schijnt een aanrader) en een hele hoop goede restaurants. Maar het is zeker niet het hoofddoel van de reis.
Golden Circle, Landmannalaugar en Kjolur

Traditioneel begin je in Ijsland met de Golden Circle. Mensen die slechts voor een paar dagen naar Ijsland komen, doen enkel deze route. Met Thingvellir National Park (met daarin Silfra, waar je kan snorkelen tussen de twee tectonische platen in ijskoud water), Laugarvatn (een groot meer, inclusief warmwaterbad), Geysir (de naam zegt het zelf …) en Gullfoss (een gigantische waterval), heb je al even je werk. In het terugrijden kan je eventueel stoppen aan de Secret Lagoon en Kerid (een krater).
Na Gullfoss heb je twee opties, meteen doorrijden op de Kjolur route (F35) of een bezoek aan Landmannalaugar (via route 32, F26 en F208) Voor beide heb je een 4×4 nodig.
Landmannalaugar: Op weg stop je nog even bij Sigöldugljúfur, een hele hoop watervallen bij elkaar op ongeveer een kilometer wandelen van de F208. In Landmannalaugar zelf stop je best vooraleer je de rivier moet oversteken, tenzij je een uit de kluiten gewassen 4×4 hebt (of wil overnachten met je camper, dan moet het). Na het betalen van je service fee aan de ranger kan je een aantal mooie wandelingen maken. Kleuren staan mooi aangegeven, maar veel hangt af van het weer. Bij slecht weer of laaghangende wolken, is het zicht zeer beperkt.
Meer ‘highlands’ met de Kjolur Route (F35). Deze route is op zich een daguitstap. Voorzie een volle tank (geen tankstations) en voldoende water/eten (je weet maar nooit). De weg is volledig gravel en grote stukken willen al wel eens minder onderhouden zijn. Er zijn (voor ons) 3 stopplaatsen: Hvitarvatn (een meer, zeer slecht onderhouden weg, veel putten en plassen bij regen), Kerlingarfjoll (helemaal de bergen in. Hier is de weg iets beter, maar bij slecht weer – in ons geval had het gesneeuwd de dagen ervoor – kan je hier niet veel komen doen door de slechte zichtbaarheid en de ronduit gevaarlijke situaties) en Hveravellir (een plaatsje met geothermische activiteit. Hier is ook een restaurant). Op het einde van Kjolur draaiden we rechtsaf om uiteindelijk halt te houden in Akureyri (één van de grotere steden in Ijsland).
Het noorden

Vanuit Akureyri gaat het naar Myvatn via de VEGGJALD tunnel (niet vergeten op voorhand online te tol te betalen). Maak gerust even een omweg via de Aldeyjarfoss, een grootse waterval. Met een gewone wagen geraak je tot op enkele kilometers van de waterval, een 4×4 brengt je helemaal op je bestemming.
Daarna rijdt je verder tot in Myvatn (een groot meer). Het beste uitzicht vindt je terug door Vindbelgur te beklimmen. Eens uitgeblazen (toch wel een pittige klim) rijdt je in tegenwijzerzin het meer rond met eventuele stopplaatsen in: Skútustaðagígar, Kálfaströnd, Hofdi, Dimmuborgir, Hverfell en de Grjótagjá Cave. Even uitblazen kan je in de Myvatn Nature Baths (de kleinere tegenhanger van de Blue Lagoon).
Het dorpje Husavik is bekend voor zijn Whalewatching tours en recentelijk ook de Netflix-film over het Eurovisiesongfestival (Catchy soundtrack!). Dit is een omweg voor mensen die niet zo’n fan zijn van walvissen. Je kan doorrijden naar Krafla (vulcanische activiteit) en even afwijken van de Ring Road om Selfoss, Dettifos en Hafragilsfoss te zoeken (3 grote watervallen). Als je nog wat extra tijd hebt, rijdt dan zeker ook tot in Ásbyrgi en geniet onderweg van het Jökulsárgljúfur en Hljóðaklettar nationaal park dat je passeert.
Een aanrader om te overnachten is de camping in Möðrudalur (deel van de Camping Card). Je hebt er een eindeloos zicht over de omgeving en je zit in midden in de natuur, met de nodige faciliteiten.
Het oosten

Een eerste stop is Stuðlagil Canyon, tegenwoordig een grote hit op Instagram. Even bijvertellen dat het best een moeilijkere wandeling is en dat de kleur van het water niet altijd even blauw/groen is (wijzelf pasten voor deze waterval).
De volgende stops liggen allemaal rond Egilstadir. Van hieruit kan je op uitstap gaan naar Borgarfjörður Eystri (Fjord), Mjóifjörður (Fjord, een lange rit naar een fjord met een heel klein dorpje, maar zo de moeite!) en Hengifoss (waterval). Wij logeerden in Seydisfjordur op de plaatselijke Camping. Seydisfjordur is een klein dorpje in het fjord, de camping heeft alle nodige faciliteiten (inclusief keuken), een supermarkt is vlakbij.
We volgen de Ring Road langs de kustlijn tot aan Stokksnes, een dorpje dat bestaat dankzij het fantastische uitzicht op de Klifatindur (een berg). Je betaalt een service fee bij het kleine restaurant/hotel en kan tegelijk nog een nagemaakt Vikingdorp (in verval) bezoeken).
De route loopt verder langs de kustlijn. Een belangrijke stopplaats is Diamond Beach, veroorzaakt door de gigantische Jökulsárlón gletsjer. Een grote parking zorgt dat er altijd plaats is. Even verder liggen nog twee andere gletsjermeren (Fjallsárlón en Breiðárlón), een mooi wandelpad verbindt de twee (en van daaruit kan je ook doorlopen naar het Jökulsárlón meer, maar dat is best een lange wandeling).
Het zuiden

Het Skaftafell Nationaal Park heeft een grote parking en camping. Van daaruit kan je een aantal wandelingen maken naar bijvoorbeeld Svartifoss.
Bij de Systrafoss kan je een mooie wandeling maken tot aan Systravatn. De wandeling is een loop die je tot helemaal in het dorpje brengt. Even verder (gravelroad) ligt de Fjaðrárgljúfur. Een kloof die bekend geworden is door Justin Bieber. Hij nam er een videoclip op, met een massa nieuwe toeristen als gevolg. De moeite, maar doe onze Justin alsjeblieft niet na.
Via Vik (klein stadje) rijdt je door naar Reynisfjara beach (een groot zwart strand met schitterende basaltrotsen, wel opletten voor de stroming) en beklim je Dyrhólaey (kan met een 4×4 of te voet via de lager gelegen parking) om van een prachtig uitzicht te genieten.
In Skogar begint een mooie reeks uitdagende wandelingen (met camping aan de Skogafoss waterval). Wij volgende eerste deel van de Fimmvorduhals trail (ongeveer 15 kilometer in totaal voor de hele hike), maar als je wil kan je ook doorwandelen tot in Þórsmörk (nog eens 9 kilometer verder). Terugkeren op dezelfde dag zal niet meer lukken. je kan overnachten ter plekke (op voorhand boeken in drukke periodes!) of kijken of er nog een busdienst terug is (beperkt, dus ook op voorhand checken)
Nog niet genoeg gekregen van warme zwembaden en op zoek naar iets speciaals? Ga dan op zoek naar Seljavallalaug, het oudste zwembad van Ijsland. Verwarmd door een warmwaterbron, in het midden van de natuur, maar helaas niet echt onderhouden. Let wel op dat je niet vertrappeld wordt door een hoopje Instagram-influencers.
Een mooi duo watervallen vind je op weg naar Selfoss: Seljalandsfoss en Gljufrabui. Je betaalt voor de parking, maar krijgt wel twee heel mooie (speciale) watervallen te zien. Je kan tot heel dicht of zelfs achter de watervallen lopen. Bij de Gljufrabui ga je de kloof binnen voor het beste zicht. Selfoss zelf kan je gebruiken als slaapplaats. Hierna kan je – indien nog niet bezocht en bij interesse – nog een omweg maken naar de Kerid krater.
Toch nog eens in het water zitten? Even voorbij Selfoss vind je de Reykjadalur Hot Spring Thermal River. Een fikse wandeling bergop (3,5 kilometer) om tot bij het lekker warme deel van de rivier. Beetje een raar zicht, maar best gezellig. Kom wel vroeg op de dag. Hoe later, hoe meer mensen de berg beklimmen.
Sneafelsess, Westfjords en een paar afsluiters

Het rondje IJsland is hier afgelopen (je kan terug naar Reykjavik rijden), maar er ontbreken nog enkele stukken in het westen: Sneafelsess en de Westfjords. Op weg ernaartoe passeer je Borgarnes, een stadje waar je kan doorrijden of eventueel het Settlement Centre bezoeken.
Tussen Hellnar en Arnarstapi ligt een mooie wandeling van ongeveer 45 minuten (enkel). Je kiest zelf van waar je vertrekt. Daarna rijdt je door naar Malarrif. Ook hier zijn een aantal leuke wandelingen en een klein visitor centre. Even verder is er Djupalon, een ‘zwart’ strand met resten van een oud schipwrak (kleine stukken, geen halve boot).
Om tot aan Saxholsbjarg te geraken, moet je enkele kilometers gravelroad overwinnen. Doenbaar met een gewone wagen. Het uitzicht is de moeite.
Een voorlaatste stop is Kirkjufell met z’n bijbehorende waterval is nog zo’n plek die bekend geworden door Game Of Thrones. Eindigen kan je in Stykkisholmur, een klein stadje met een mooi uitzichtpunt (Sugandisey) en vuurtoren.
Van hieruit kan je de Westfjords binnenrijden. Dit stuk deden we zelf niet wegens te weinig tijd, maar dit had onze route geweest: tegenwijzerzin de fjords verkennen: Rauðisandur, Látrabjarg, Patreksfjörður, Bíldudalur, Dynjandi, Ísafjörður (en van daaruit naar Hornstrandir Nature Park, Reykjanes en Vestfirðir.
Van hieruit kan je uiteraard de rest van het noorden verkennen, maar gezien wij via Kjolur het noorden reeds gepasseerd waren, trokken we terug zuidwaarts.

Op weg terug naar Reyjavik zijn er nog een aantal spots die de moeite zijn. Vlak bij elkar liggen Barnafoss en Hraunafossar (watervallen) en één van de grootste lava-grotten in Ijsland (The Cave Vidgelmir, gegidste tours in het Engels).
Voor de hikers is er nog de Glymur waterval. Om daar te geraken moet je serieus wat klimmen en een rivier oversteken, voorzie dus voldoende water en stevige wandelschoenen.
Als extraatje kan je op de terugweg naar Keflavik nog omrijden via Kleifarvatn. Daar hebben wij ons noorderlicht gespot. Even verder liggen de Seltun Hot springs.
Nog niet in de Blue Lagoon geweest? Dan is nu het ideale moment. Je passeert er op weg naar de laatste bestemming: Keflavik.
Veel plezier! Extra vragen? Contacteer ons even op aufwiedersehengoodbye@gmail.com.