Weids. Het is een woord waar mijn Vlaamse wortels zich niet op kunnen vastgrijpen. Het is een begrip dat pas invulling krijgt wanneer de landsgrenzen in de achteruitkijkspiegel liggen. Hier in het Spaanse landschap lijken zelfs de Ardennen dichtbevolkte metropolen. Hier zie je kilometerslang niets; enkele vervallen gebouwen die dienst doen als schuilplaats voor het vee. Ik vraag me af wat er zich afspeelt achter de gevels van de verlaten woningen. Zouden we niet even stoppen langs de kant, naar zo’n huis rennen en de deur open trekken? Naast mij zit een verantwoordelijke man – zo eentje die niet oversteekt bij rood licht, ook al zijn er nergens wagens te bespeuren. Ik slik mijn vraag dus maar in – ik spaar ze op voor een later moment – en wentel me opnieuw in dagdromen.
Dat dagdromen lukt aardig. We zijn aan onze race door Spanje begonnen. Een traject van 2670 kilometer – om van Lissabon te arriveren in Ancona. Een groot deel van die reis speelt zich af in onder de Spaanse lentezon. Nu we halverwege de route zijn, is het tijd om de deftige Spotify playlists achter ons te laten. De playlist die momenteel door de boxen knalt, heet niet voor niets Jeugd’zondes’.
Ik bedenk mezelf dat het een lijst is die onze relatie weerspiegelt. Van elk nummer kan duidelijk aangewezen worden wie het aan de lijst heeft toegevoegd. Het is een eclectische soundtrack in dit uitgestrekte landschap. We gaan van N.E.R.D. (Jonas), naar Silverstein (Anneke). Er zitten nummers tussen die ik verschrikkelijk vind, er weerklinkt er eentje – Dans la vallée, oh oh, de Dana, lalilala. Maar er spelen ook nummers die mij gevormd hebben – Little girl, you’re in the middle of the ride.
Met deze woorden van Jimmy Eat World’s zanger Jim Adkins mijmer ik verder weg. Ik kijk uit over velden, kilometerslang, met alleen maar knalgele bloemen. Ik probeer uit te rekenen hoeveel miljarden bloemen aan ons voorbij razen – en hoeveel bloemblaadjes dat dan zijn. Het idee van zo’n onbevattelijk getal maakt me wat misselijk en eerlijk gezegd ook wat angstig. Onbevattelijkheden zijn niet mijn forté en ik denk terug aan die little girl waar Adkins over zong. – It’s only in your head, you feel left out or looked down on.
Ik denk terug aan de jaren waarin klasgenoten na een vakantieperiode terugkwamen met vreemde lijnen op hun lichaam – melkwitte lijnen waar ooit een BH-bandje had gezeten. De jaren waarin ik dagelijks de vlieglijnen volgde in de lucht en me telkens voorstelde hoe dat zou zijn: een vliegtuig. Aan hoe mijn dorp nooit als een thuis voelde, waar ik me anders voelde. In mijn hoofd altijd elders dan waar mijn lichaam was.
En nu, in dit Spaanse landschap, probeer ik met al mijn macht mijn hoofd en lichaam wel op dezelfde plaats te krijgen. Te leven in het ‘nu’, zoals dat dan in zelfhulpboeken heet. Toegegeven, het lukt me niet altijd even goed.
If you fail to plan, you plan to fail. De quote wordt toegeschreven aan Benjamin Franklin en Winston Churchill, maar iedereen weet dat deze lijfspreuk mij ter ore is gekomen dankzij het nog grotere talent van Taylor Swift. Het is een vloek en een zegen. Als tiener plande ik mijn ontsnappingspoging om de wereld te zien. Als dertiger kan ik amper nog ontsnappen aan mijn eigen planningen.
Maar hier probeer ik. Ik probeer in het moment te leven. Er vliegt een zoveelste verlaten villa aan mijn ogen voorbij. De volgende keer overhaal ik die plichtsbewuste man naast mij wel om eens te stoppen.
Jimmy Eat World sluit af: Everything, everything’ll be alright.












Gerelateerde berichten
Meer lezen over hoe een jaar lang remote werken met EsteVan ons bevalt? Dat kan hier.