De eerste zeven dagen in Portugal

Onze reis in Portugal begon met een herkansing. Een herkansing voor de parel van het zuiden: de Algarve. Lonely Planet omschrijft de regio als volgt: ‘Let’s be frank: Portugal’s premier holiday destination sold its soul to tourism in the ’60s and never really looked back‘.

Voor een gids die verder lovende woorden heeft voor elke scheet die gelaten wordt, zegt dat ene zinnetje genoeg. Ze gaan verder met de wijze woorden dat je aan de Algaarfse… Algaarvese… Algarfse… Kuch… aan de westkant van de Algarve (nailed it) nog ongerepte natuur kan vinden. Dus begon onze residentie in Portugal aldaar: ‘go west’.

Zoals de poeet en profeet V. People ooit schreef:

Life is peaceful there
(Go west) in the open air
(Go west) where the skies are blue
(Go west) this is what we’re gonna do

Profetisch advies moet je altijd volgen en dus startten we onze trip in Salema. Niet zo zeer, omdat we ons leven laten dicteren door 70s songs, maar wel omdat we ons leven laten dicteren door WiFi-signalen. Aangezien we remote werken, zochten we een camping met een co-working ruimte en deze bevond zich – ideaal – in het westerse puntje van de Algarve: Salema.

Stop 1: Salema

Hoe het ons vergaan is in de Saleemse… Salemase… miljaar… co-working heb je al kunnen lezen. Maar of we ons hart er verloren zijn… Ja nee he. Anders dan zou hieronder geen titeltje staan met ‘stop 2’.

Salema had een prachtig strand, met een onvergetelijke zonsondergang. Salema had ook een razend gevaarlijk – en best drukke weg – naar dat strand. Als voetganger was het niet de meest aangename wandelroute.

Bovendien zat Salema in een depressie. Zo eentje waar Frank Deboosere altijd over praat. Het regende er veel, maar vooral: DE WIND. We gingen naar de westkust om wandelingen langs kliffen te maken, maar HALLO IK GA NIET LANGS EEN KLIF WANDELEN BIJ WINDSTOTEN. Om een idee te geven hoe ernstig mijn hoogtevrees is: Ik zat letterlijk in EsteVan te gillen toen we over een viaduct reden en er een windvlaag inbeukte op onze wagen. Toen waren we nog ettelijke baanvakken verwijderd van de afgrond. Beeld je dus in dat ik vlakbij een afgrond sta…

Of ik ooit heb staan wenen op een berg en gevraagd heb om een evacuatie door helicopter? Yes. En me vervolgens realiseerde dat ik no way in hell ooit ge-airlift zou willen worden? Uh-huh. Om dan toch maar vol drama naar beneden te schuifelen? Yup. Gelukkig is doorgaans uitsluitend Jonas hier getuige van en dat wil ik zo houden. Dus daarom besloten we door te trekken naar de oostkust van de Algarve, alwaar je bij een windvlaag nog gewoon op de grond kan vallen en niet in de oceaan.

Stop 2: Olhao

Disclaimer: dat stukje uit de Lonely Planet had ik nog niet gelezen alvorens oostwaarts te trekken. En dus was de verbazing groot toen we door Olhao reden. Of nee, beter: toen we aankwamen op een camping in Olhao.

Olhao zelf was best aangenaam: zeer mooie graffiti, charmant dorpje. Het voelde best wel wat off-the-beaten track aan, zo naast haar grotere zus Faro. Maar toen kwamen we op Camping Olhao. Wat was dat?

Als een Zara tijdens de solden: je kan niet ontkennen dat alles wat je nodig hebt er is, dat er expliciete en impliciete regels zijn… maar dat alles leidt tot: ultieme chaos. Net zoals bij de Zara kleedkamers, kregen we bij binnenkomst kaartjes om onszelf te identificeren: eentje voor je voertuig, eentje voor jezelf, eentje voor je partner, eentje voor de elektriciteit,… In tegenstelling tot bij de Zara was er geen maximum op het aantal kaartjes dat je kon verzamelen.

Vervolgens moesten we langs stapels mobile homes rijden. Waar je bij de Zara tafels hebt met een verzameling broeken en de verloren gelopen trui… zo heb je op Camping Olhao stapels onbetaalbare voertuigen met af en toe een aftandse sleurhut ertussen. En de chaos is compleet: er zijn lijnen, maar je hebt een PhD nodig om zo’n gigantisch voertuig tussen de lijnen te mikken. Ik vermoed dan ook stilletjes dat minstens de helft van de aanwezige voertuigen in z’n lot berustte: ze hadden zichzelf klem gereden en er was no way out.

En dan was het daar… net zoals in de Zara… die ene T-shirt met opschrift waarvan je denkt: ‘nee’. Zo was er ook eentje op Camping Olhao, maar dan in de vorm van een rijdend kasteel. Een rijdend casteel met de naam Concorde. Niet het vliegtuig, maar wel een lijn van luxueuze campers. De meeste van deze Concordes hadden onschuldige stickers gekleefd: door de zon afgebleekte poezensmoelen, vlaggen van landen, een kleurrijke bloem…

Maar deze Concorde wou een boodschap brengen aan de wereld: ‘LIVE SIMPLY’ stond er te lezen. Net zoals ik geen levensadvies hoef van een T-shirt, hoef ik ook geen levensadvies van een voertuig waarvoor je zelfs in deze waanzinnige tijden twee stadswoningen voor kan kopen. Of 1,75 woning als je per se in Leuven wilt wonen. En als je mij niet gelooft, dan mag je naar deze marketingwebsite gaan kijken.

En dus doe ik ook wat ik altijd doe in de Zara: de benen nemen.

Stop 3: Serpa

Zo belanden we, compleet zonder motief, in Serpa. Een dorpje dat in onze gids amper een voetnoot waard is, maar waar het volgens de Portugese Frank Deboosere wél goed weer zou zijn. Geen rukwinden. Geen kliffen.

Maar wat dan wel?

Een heel mooie, oude stadskern die met duidelijke trots onderhouden wordt. Een kasteel, deels in ruïne, dat je kan beklimmen. Een gemoedelijke en aangename sfeer. En een fijne, rustige camping, waar het enige advies dat ik van campers krijg ‘Esprit’ of ‘Fleurette’ is.

Met andere woorden: jackpot. Of zoals de poeet Anderlecht Champion het ooit verwoordde:

Olé olé olé olé we are the champions.

Gerelateerde artikels

Ontdek alles over ons DIY camper verhaal via deze link: https://aufwiedersehengoodbye.com/category/blogs/diy-camper/

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s