Landmannalaugar, dat stond op nummer twee van mijn IJsland Bucket List. Nummer één was gereserveerd voor Silfra, maar als voorbereiding op deze topper gingen we proeven van Landmannalaugar.
Te veel stress
Voor we naar IJsland vertrokken stond ik stijf van de stress. Letterlijk, als je het aan mijn kinesist vraagt. Figuurlijk, als je het aan mijn geest vraagt. De maanden voor de reis waren lang: vele overuren, veel onzekerheid , weinig hoop. Toen ik op het vliegtuig zat, dacht ik dat ik al deze stress in Zaventem zou kunnen achterlaten. Achteraf bekeken bleek niets minder waar. In volle projectmodus bracht ik de quarantaine in Reykjavik door: ik bestudeerde weerberichten, routeplanners, zoekresultaten. Ik kwam maar tot één conclusie: Landmannalaugar moest zo snel mogelijk gedaan worden, in dat kleine venster wanneer het klimaat er nog acceptabel zou zijn. Dus trokken we de dag na de quarantaine onmiddellijk richting bergen.


Managing expectations
Miljaar, die bergen, die lagen echt wel ver. Drie uur rijden, volgens Google Maps. In realiteit toch net nog ietsje langer, want pitstops en gravel roads zijn geen goede combinatie om tot een snelle reistijd te komen. Naarmate dat de weg slechter werd, werd het weer ook slechter en de toestand van mijn blaas ook. Toen ik eindelijk het bord zag dat de river crossing aanduidde, was ik dan ook dolgelukkig en zette ik het op een spurt richting hutjes. We gingen op zoek naar de plaatselijke rangers om hen te informeren over onze hikes. Het plan was de Blahnukur Brennisteinsalda Loop. Daar was de ranger het niet zo mee eens. Door het slechte weer van de afgelopen dagen was de Mt. Blahnukur amper toegankelijk en werd-ie ten stelligste afgeraden. Mt. Brennisteinsalda was wel goed toegankelijk, maar het uitzicht zat volledig in de wolken. Het advies was duidelijk: een lus op begane grond en als we dan nog zin hadden – of als het weer zou opklaren (hahahahaha!) dan konden we Mt. Brennisteinsalda nog doen. De gids deed wat ze moest doen: managing expectations. Helaas word ik niet zo makkelijk gemanaged.


A little thing called Hope
In het begin van de wandeling leefde ik nog in een illusie. Ik dacht dat de opmerking over de opklaringen (hahahaha) een voet in de waarheid zou hebben en had dus een virus opgedaan dat ook bekend staat als Hoop. Ik volgde de oranje pijltjes tot ze zouden overgaan in groen. Ik was vastberaden de Mt. Brennisteinsalda te beklimmen en van het uitzicht te genieten. Wist die ranger dan niet dat dit de nummer twee van mijn Bucket List was en dat niets mij zou stoppen? Het begin van de wandeling had alle prachtige uitzichten waar de ranger vol vreugde over sprak. We volgden de rivierbedding, door lavavelden vol mossige brokstukken.

Road to nowhere
Het begon omhoog te gaan. We waren begonnen aan de beklimming van Mr. Brennisteinsalda. Ik zag helemaal hoe het zou gaan: we zouden los door het wolkendek gaan en een prachtig zicht hebben. We zouden wolken voorbij zien waaien en bergtoppen zien zo ver de horizon reikt.

Die voorspelling kwam deels uit. We zagen wolken voorbij waaien. Daar bleef het bij. De wolken waaiden langs ons hoofd en lieten ons zeiknat achter. Eenmaal aangekomen op de top van Mr. Brennisteinsalda was dit het uitzicht waar we zo hard voor gewerkt hadden – inclusief pauzes om het ‘weer te laten opklaren’ (hahahaha):


Het Halong Bay effect
Enkele jaren geleden dacht ik ook boven de natuur te staan; in Halong Bay. Tijdens een meerdaagse boottocht zagen we de befaamde rotsen van Halong Bay welgeteld… 0 keer. Mist achtervolgde ons en ik bleef teleurgesteld achter. Tot de laatste dag van de boottocht. Toen ik het surrealistische landschap besloot te appreciëren. De mist ging toch niet weggaan – en wij wel. Daarom leek het me toen beter vrede te nemen met de situatie en de schoonheid van de mist te appreciëren.
Op de top van Mt. Brennisteinsalda dacht ik terug aan die boottocht. Het voortdurende mysterie van wat er zich achter de mist zou bevinden. Het gevoel van deel uit te maken van iets groot en er toch zo weinig van te zien. Dat gevoel had ik ook in Landmannalaugar. En af en toe, wanneer de wind hard genoeg waaide – of wanneer we ons op begane grond bevonden, zoals de gids had aanbevolen – dan werd er een tipje van de sluier opgelicht en zagen we de pracht van dit stukje IJsland:







