Myanmar stond al enkele jaren op mijn travel wishlist. Door de inbreuken op de mensenrechten in het noordwesten van het land twijfelde ik echter of ik wel zou gaan: kan je zo’n regime wel steunen door toerisme? Ik denk dat dit een vraag is die elk individu anders zal beantwoorden. Na lang twijfelen, hakten we de knoop door en besloten we toch te gaan. En daar hebben we geen seconde spijt van gehad. Na amper vier dagen Myanmar was m’n hart gestolen – en wel om deze vijf redenen:
1. De mensen van Myanmar
De gastvriendelijkheid van de Myanmarezen is als een bodemloze put. Hoewel Zuid-Oost Azië sowieso bekend staat om z’n gastvrijheid, laat Myanmar z’n buren met schaamrood op de wangen achter. De meest oprecht vriendelijke mensen ter wereld wonen hier. Loop je door de straten? Dan word je om de vijf minuten begroet met een enthousiaste ‘Mingalabar‘. Niet om je iets te verkopen, maar gewoon: omdat het kan. Wil je ergens naartoe? In Myanmar bewegen ze hemel en aarde om hun land te tonen, op een authentieke manier. Zelfs in Bagan – het toonbeeld van ‘onecht’ Myanmar volgens veel Myanmarezen – laten verkopers alles vallen als je problemen hebt met je e-bike of als je iets te snel richting toilet stuift: ‘oooh noo, everything okay? I help you‘. En nogmaals: nooit om je iets te verkopen.
Je kan geen zaak binnenwandelen of iedereen staat voor je recht. Er is geen beginnen aan om zelf je rugzak ergens in een laadruim te leggen, want zeven mannen vechten om deze eer. En als je – zoals ik – zwaar op je muil gaat in een tempel dan staat de hele lokale gemeenschap klaar om je te helpen. Niet omdat je blank bent: deze gastvrijheid delen ze gratis uit aan iedereen: locals én toeristen.
De Myanmarezen houden dan ook stevig vast aan hun traditie: vrouwen én mannen lopen in longyi over straat. Nivea bestaat hier, maar ziet z’n marktaandeel volledig opgesnoept door de thanaka boom waarmee de lokale bevolking een geelachtige pasta maakt (tegen zonnebrand en als gezichtscreme). We hopen dan ook dat Myanmar z’n traditie, gastvrijheid en glimlach kan bewaren, terwijl steeds meer westerse invloeden zich opdringen.








2. Het Gouden Land
Een bijnaam die het alle eer aandoet: niet alleen omwille van z’n ontelbaar aantal gouden stupa, maar vooral omwille van de niet te evenaren zonsopgangen/ondergangen. Nog nooit eerder zag ik onze zon zo dramatisch op het toneel verschijnen om twaalf uur laten met dezelfde elegantie terug achter de coulissen te gaan.







3. De tempels en de natuur
Myanmar heeft een eindeloze voorraad tempels, zo veel dat de befaamde ‘temple fatigue‘ soms om de hoek loert. Geen nood though: de meeste tempels worden omgeven door prachtige natuur. Ben je de tempels even beu? Dan hoef je soms maar vijf minuten te wandelen om in een prachtig, onaangeroerd landschap te mijmeren. De mooiste tempels van Myanmar combineren bovendien religie en natuur: in de befaamde grottempels zie je niet alleen duizenden boeddha beelden, maar ook mooie stalactieten.








4. Alle toeristen zitten in Thailand
Enerzijds hoop je dat het massatoerisme Myanmar nooit echt bereikt. Anderzijds besef je dat dit slechts een kwestie van tijd is. Hopelijk kunnen de Myanmarezen ooit voldoende geld verdienen met toerisme, zonder hun waarden en cultuur te verguisen. Op dit moment lukt hen dat behoorlijk goed: het ‘massatoerisme’ houdt zich aan één bepaalde route en is hierdoor makkelijk te vermijden. In plaatsen die nog maar ‘recent’ vrij zijn gegeven voor toerisme, ben je zelf nog een attractie. In heel Hpa-an zaten er welgeteld twintig toeristen. Maar ook op de meest toeristische locaties, zoals Bagan, is het makkelijk om het betreden pad te verlaten. De toeristen in Myanmar lijken ook van een ander kaliber dan deze in bijvoorbeeld Thailand: geen bars, geen full moon parties en geen korte broeken in Myanmar. Ben je dus op zoek naar booze cruises dan kijk je beter even verder.





5. De dieren in Myanmar
Myanmar is straatarm. We hebben mensen zien leven op straat (heel veel), in hun wagen, in een ambulance of in hun winkelkraampje. Deze mensen hebben niets: geen toilet, geen douche, geen bed. Ondanks het feit dat de meerderheid van de Myanmarezen in armoede leeft, hebben we nergens zo’n weldoorvoerde straatdieren gespot. Dit zegt volgens mij ook iets over de plaatselijke bevolking: hoewel ze zelf niets hebben, laten ze de weinige rijst die ze ‘over’ hebben op straat staan voor de dieren. Nabije elke tempel (en dat is zowat om de 100 meter) staat er een kommetje met water. Waar straatkatten in Indonesië en Maleisië schichtig wegschieten als je dichterbij komt, komen de kittens in Myanmar naar je toe gelopen. Ze zijn dus helemaal niet bang van mensen, zoals de doorsnee straatkat. En dit kan je als de vreemdste reden ooit zien om verliefd te worden op een land, maar voor mij zegt dit alles. Een bevolking die weinig heeft, altijd lacht en waar zelfs de straatdieren met je komen knuffelen.



