Indonesië was een verzameling van vele ‘eerstes’. Een overzicht van de goede en minder goede momenten in Indonesië:
The good
Indonesië zal voor eeuwig het land blijven waar we hebben leren duiken. De dingen die ik onderwater zag zijn van een ongekende schoonheid die ik boven water nog nergens heb gespot. Het absoluut hoogtepunt hier Komodo National Park waar verschillende manta’s rond ons cirkelden.

Het rijke culturele verleden van Indonesië met prachtige dansvoorstellingen op Java en Bali. Indonesië was dan ook het eerste land waar ik oprecht geïnteresseerd was in de vele verschillende soorten dans.

De harmonie waar verschillende godsdiensten hier naast elkaar leven. Oké, Indonesië was in het verleden het toneel van verschillende terroristische aanslagen, maar de doorsnee bevolking respecteert elkaars religieuze keuze. Het was dan ook het eerste land waar we met een katholieke gastheer richting de boeddhistische tempel Borobudur trokken om vervolgens met scholen moslima’s op de foto te gaan.

The bad
Indonesië is het eerste land waar ik ooit cultuurshock ervaarde. Toegegeven, ik geloofde niet echt in ‘cultuurshock’. Maar eerlijk: de eerste dagen dat ik in Indonesië was, wou ik er alleen maar weg. Terug naar Australië, waar je makkelijk gesprekken kan voeren. Terug naar huis, waar je je niet elke vijf minuten moet afvragen of je er opgelegd wordt. Ik vroeg me luidop af of we ons vliegtuigticket niet konden wisselen en onmiddellijk het land konden verlaten. Toegegeven, zodra ik Bali uitwuifde, wuifde ik ook de cultuurshock uit.

Tijdens het duiken bij de Gilis voelde ik ook voor het eerst in mijn leven een heel erg scherpe, stekende pijn in mijn knie. Instinctief greep ik onmiddellijk mijn knie vast en staarde er vol ongeloof naar. Niets te zien. De prikkende pijn bleef echter. Zo kwam het dat Jonas en ik een totaal andere tiende duik beleefden. Jonas zag een octopus. Ik zag een knie. Jonas zag een baby cuttlefish. Ik zag nog meer knie. Kortom: veel herinneringen aan mijn knie en bijzonder weinig aan de rest van de duik. De knie zag er alleszins uit zoals mijn knie eruit hoort te zien: spierwit. Eens aan het oppervlak bleek dat een optisch bedrog avant la lettre. Mijn knie was vuurrood met witte blaren in het knalrode oppervlak. Indonesië is dus de eerste – en hopelijk – laatste plaats waar ik ooit door een kwal gestoken ben. Indonesië is ook de eerste plaats waar ik ontdekte dat ik allergisch ben aan kwallen. Ook een grote shoutout aan de Nederlandse vrouw die Jonas serieus op z’n plek zette toen hij mij uitlachte met mijn pijn. You tell him, sister!

En de very, very bad: In Indonesië was ik voor het eerst in mijn leven zo buiten raad dat ik geen andere oplossing zag dan te bidden tot de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Mijn hersencellen hadden gelukkig nogal snel door dat dit de situatie niet meteen zou verbeteren en begonnen dan maar met verschillende gradaties toe te kennen aan de ramp en per gradatie de genoodzaakte actie op te lijsten. Het is wonderbaarlijk hoe snel het eigen moederbord kan werken zodra het zich van een noodsituatie bewust is. Alleszins: in Indonesië zat ik voor het eerst op een slecht geladen en overladen boot in een ruwe zee en was ik zeker dat we zouden zinken. Dat de plaatselijke bevolking er exact hetzelfde over dacht en begon te krijsen en reddingsvesten begon te zoeken, hielp dit gevoel niet meteen vooruit. In the end kwamen we in één stuk aan en leerde ik een belangrijke levensles: als je je bij het instappen van een boot extreem onveilig voelt, dan moet je gewoon terug uitstappen.

… And the ugly
Ondanks alle mooie herinneringen die ik heb aan Indonesië zal ik me er nooit kunnen over zetten hoe vuil het land is. Stranden vol sigarettenpeuken, straten vol plastic. Eindresultaat: oceanen vol afval. In Indonesië gingen mijn ogen voor het eerst open: afval is één van de grootste problemen in onze wereld. Het afval dat op het land wordt achtergelaten, komt via regenval in stromen terecht die uiteindelijk naar de zee/oceaan leiden. Laat je alleszins nooit wijsmaken dat het geen Europees probleem is. Wereldwijd komt al het niet-gerecycleerde afval terecht in vijf grote vuilnisbelten in de oceaan. Grootste boosdoeners: sigarettenpeuken, plastic en vissersnetten. Ik had een duikcursus nodig om mijn ogen te openen: afval is een wereldwijd probleem.
