Eén van de redenen waarom ik naar Australië wou reizen, is het Groot Barrièrerif. Ik heb in mijn leven enkele obsessies opgebouwd. Zoals jullie weten gaat het hier om:
- Eten, in allerlei vormen
- Katten, in allerlei vormen
- Dinosaurussen, in allerlei vormen
- Haaien en zeewezens, in allerlei vormen
Het Groot Barrièrerif smaakt vreselijk, telt bijzonder weinig katten en bevat enkel nog de laatste overlevende dinosaurussen (bah, vogels), maar daar heb je weinig aan. Het rif huisvest wel een ruime variëteit aan levende zeewezens: koraal, vissen en ongetwijfeld – maar niet waargenomen (spoiler alert!) – haaien.
We kozen ervoor om het rif op twee manieren te bezichtigen: één keer per zeilboot en één keer per watervliegtuig. Kwestie van even decadent ons geld overboord te gooien. De basis: Airlie Beach, vlakbij de Whitsunday eilanden. Deze zijn in maart getroffen door een zware cycloon en de plaatselijke middenstand ondervindt hier nog steeds de gevolgen van: huizen raken niet gerepareerd, veel Australiërs blijken op straat te wonen en ook het rif is getroffen door de cycloon. Het geld dat overboord gegooid wordt, komt dan hopelijk toch iets ten goede.
Wat kost het nu exact om het Great Barrier Reef te bezoeken, per watervliegtuig? Aan de gemiddelde bezoekers kost dit voornamelijk tonnen geld. Aan mezelf kost dit bloed, zweet en tranen… en oh ja, ook diezelfde tonnen geld.
Stap 1: Zweet
Het begint allemaal met het zweet. Eerst omdat het letterlijk warm is, later omdat het figuurlijk warm wordt: angstzweet. Ondanks het vele reizen is, gaat de vliegangst er moeilijk uit. Wanneer het kleine amfibievliegtuig voor het eerst van de grond gaat, hangen de zweetparels op mijn voorhoofd. In ruil krijg ik wel een prachtig uitzicht over de Whitsunday eilanden.
Deze stap gaat razendsnel over in de tweede stap: tranen.
Stap 2: Tranen
De eerste stop van het watervliegtuig is het grootste eiland van de Whitsunday-eilandengroep: Whitsunday. Erg origineel met hun benamingen zijn ze hier niet. Het vliegtuig doet hier een waterlanding. Van de waterlanding weet ik nog dat Jonas zijn vingers gevaarlijk paars begonnen kleuren, tussen mijn vingers. Vervolgens liepen er wat tranen vanachter mijn gigantische zonnebrilglazen. Elegant en geruisloos bang zijn: ik heb de kunst volledig onder de knie.
Alle wrevel was echter snel vergeten, want op Whitehaven Beach – het mooiste strand ter wereld – kregen we een ‘lunchpakket’ dat volledig op mijn lijf was geschreven. Het soort lunchpakket dat je als kind altijd al wou maken, maar dat je als volwassene niet kunt maken, want sociale druk: een zakje chips, een muffin en een koekje. SCORE! Menig Tripadvisor review zal argumenteren dat we voor de bakken geld die we geven een voedzamer lunchpakket hadden kunnen krijgen. Mijn review zal argumenteren dat deze ingrediënten ideaal zijn voor de gemiddelde stress-eter, na een waterlanding.

Stap 3: Bloed
En dan de laatste stap: bloed. Heb je in het begin ook gelezen dat het Great Barrier Reef niet goed smaakt? Dat heb ik alleen geschreven, omdat ik het proefondervindelijk getest heb. Zodat jullie het niet moeten doen natuurlijk.
Na alweer een waterlanding ging ik even sierlijk en professioneel snorkelen. Ik keek naar de twee kapiteinen met een blik die hen duidelijk maakte dat ik – na welgeteld al één dag gesnorkeld te hebben – de volgende Wereldkampioene Snorkelen was. Stinger suit aan (rits vanvoor), zwemvinnen aan (met truucje om de achterkanten om te plooien) en duikbril op (met het truucje om eerst in te ademen door de neus om te zien of het een goeie fit is).
Na enkele meters zwemmen begon de duikbril bij mijn neus volledig vol te lopen. ‘Don’t care‘, dacht ik, ademen moest ik immers toch via de snorkel. Er liep een klein beetje water bij mijn ogen. ‘Ik ga wel even naar het wateroppervlak om de bril uit te kappen‘, dacht ik bij mezelf. Wat volgde was een erg vreemde verdrinkingsscène waarbij de elegante zeekoe die ik eerder was, vervangen werd door een letterlijke koe in de zee. Bij het bovenkomen hadden mijn hersenen het fantastische idee om mij te laten inademen door mijn neus. Die zat nog steeds in de bril vol water. Water kan je niet inademen en die fantastische hersenen van mij gaven dan maar het signaal om door mijn mond te ademen – als de neus niet ging. De mond ging ook niet echt, want daar moest ik hoesten van al het ingeademde water. Na dit proces verschillende keren te herhalen, besliste ik dan maar de aftocht te blazen en aan te spoelen bij de kapiteins. Daar vroeg ik met het nodige gevoel voor dramatiek een andere bril.
Die bril zat perfect. De ademhaling die zat wat minder perfect: een uur heb ik al hoestend het rif rondgezwommen. Leuk weetje: je kan al hoestend snorkelen. Ook een leuk weetje: als je via je neus zoutwater ademt dan krijg je een bloedneus. Of ik heb volledig toevallig mijn eerste bloedneus ooit gekregen na het snorkelen en ik zoek gewoon een zondebok. Dat kan ook.
Alleszins: ongeacht het potsierlijk verzuipen, ben ik nog altijd van één ding overtuigd: ik hoor thuis in het water. Ik moet alleen wat meer mijn innerlijke zeekoe chanellen en wat minder het onhandige kalf dat ik werkelijk ben. Opgeven zal ik alleszins nooit doen, want het Groot Barrièrerif is mooier dan alles wat ik al ooit boven de grond zag.
Ja, ik vond het Great Barrier Reef ook één van onze meest onvergetelijke ervaringen van onze Australië-reis. Wij brachten drie dagen door op een boot in de buurt van Cairns. Doodjammer dat het Reef dreigt te verdwijnen.
LikeGeliked door 1 persoon