Na twee weken in Australië hebben we al enkele belangrijke iconen gespot: wallabies, kangoeroes en emoes. Ontbrak nog op het lijstje: koala’s. Daar zou de Great Ocean Road verandering in brengen. Koala’s in enorme hoeveelheden op die toeristische route, dus we trokken onze detective-outfit aan en gingen op zoek.
Eerste poging: Tower Hill, vlakbij Port Fairy. De dame bij de toeristische dienst omschreef het als: ‘You guys will like it, it is like Jurassic Park‘. Natuurlijk staan zowel Jonas en ik op de eerste rij om onze campervan te laten opeten door een horde hongerige dino’s, dus met torenhoge verwachtingen trokken we naar Tower Hill. Bij het parkeren hadden we al direct prijs: emoes. Dichterbij een dinosaurus gaan we in 2017 allicht niet geraken. Vol goede moed trokken we op zoek naar de koala’s. Veel wisten we er niet van. Met volgende informatie trokken we op pad:
- Koala’s slapen veel
- Koala’s eten veel
- Koala’s zijn grijs
- Koala’s zitten in Planckendael
Na een wandeling (dramatisch en erg Jurassic Park getiteld: Walk to the Last Volcano) en het spotten van 0 koala’s (maar wel 1 kangoeroe en een zestal emoes) was de conclusie duidelijk: Tower Hill is erg gelijkaardig aan Jurassic Park in de zin dat beide geen zichtbare koala’s bevatten.
Poging twee: de weg naar Cape Otway. De Lonely Planet was erg behulpzaam in het spotten van koala’s: ‘De koala’s zijn makkelijk te spotten daar waar wagens in de kant van de weg staan en toeristen naar boven komen‘. Op de weg naar Cape Otway stonden er welgeteld nul wagens in de kant en eveneens nul toeristen. WiFi was ook nergens te bespeuren dus de zoekopdracht ‘How to spot koalas‘ mondde uit in een error. Bij Cape Otway trokken we dan maar de bossen in, waar Jonas verschillende koala’s meende te horen, maar geen enkele kon zien. Allicht omdat het de verkeerde bomen waren, maar daar had hij weinig oor naar.
Dat ik pessimistisch was. Met een pruillip probeerde ik nog een ‘Op de terugweg gaan we er spotten‘. Daar was ik wel zeker van, want het plan bestond uit het stalken van andere toeristen. En zo kwam het dan we na 1 km in de bossen verschillende wagens in de kant zagen staan en toeristen langs de weg. Bingo! Koala gespot. Of toch nadat we zagen waar het fototoestel op gericht werd. En zo leerden we: koala’s zitten behoorlijk veel hoger in bomen dan we dachten. En in totaal andere bomen. Dankzij de andere toeristen wisten we in totaal vijf koala’s te spotten.

We stopten elke keer er wagens in de kant stonden en vroegen telkens waar de dieren zaten. Toegegeven: koala’s spotten is een vaardigheid waarover ik niet beschik. Toen een gepensioneerd paar met verrekijker na vier keer uitleggen waar het dier zat er de brui aan gaf, was er gelukkig Jonas nog. Op ongeveer 30 meter hoogte hing er een halve cirkel die er inderdaad niet hoorde te hangen. Soms is koala’s spotten ook gewoon abstract.
Enkele honderden meters verder liep er iets over de weg. Ik waarschuwde Jonas. Altijd als er iets over de weg loopt, hoop ik dat het een kat is. Maar deze kat liep wel heel traag, log en blokkig. En had een ernstige vorm van obesitas. ‘Dat is een koala‘, verzekerde Jonas me, waarop hij ernaast reed en me de opdracht gaf er een foto van te nemen.
Toen maakte ik een foto die National Geographic Wildlife Photography-waardig is:

Zo gaat dat, als je peperduur fototoestel verkeerd ingesteld staat en je maar één seconde hebt. In volledige paniek geef ik toe dat ik zowat de slechtste foto ooit gemaakt heb. Ik begin de instellingen juist te zetten, maar ze worden fouter en fouter. Plots vergeet ik alles over sluitertijden en diafragma. Of ik nog ga uitstappen, want die koala gaat niet blijven zitten, verzekert Jonas me. Oh ja, ook nog even vergeten dat koala’s geen schildpadden zijn.
Eens uitgestapt prop ik het fototoestel in zijn handen en roep ik ‘Zet het op automatisch, het staat helemaal fout‘. Waarop ik hem hoor zeggen ‘Amai, dat staat hier helemaal fout‘. Ondertussen sta ik oog in oog met een koala die lijkt te poseren. Ik vergeet dat ik een GSM heb. Ik vergeet alles. En hij gaat weg, zelfverzekerd de bossen in. Jonas probeert hem nog achterna te gaan. Te laat.
Niet elke foto hoeft #nofilter te zijn, toch?

En dan was er poging #3: Kennett River.
Volgens de Lonely Planet dé makkelijkste plaats om koala’s te spotten. En het stelde niet teleur. Na het parkeren van de wagen en het openen van de deuren leek het alsof we in Bobbejaanland waren terecht gekomen. Overal krijsende toeristen. OVERAL. Bij één blik werd al snel duidelijk waarom: sommige mensen waren bedolven onder maar liefst negen vogels. Toeristenval tot en met, maar zo hilarisch. Ook Jonas hoorde bij de gelukkige en werd al na twee minuten ondergekakt. De vogels vlogen met een bocht om mij heen; de geur van kattenmens is dan ook niet uit mij te krijgen.
Vlakbij de vogels waren er dan ook de koala’s. Ze lieten zich makkelijk spotten.
Het leek een beetje alsof ze mij en mijn verwoede koala-spot-vaardigheden aan het bespotten waren. En al zeker toen deze koala plots begon te knipogen naar mij:
P.S. Benieuwd hoe koala’s spotten er in realiteit uit ziet?
