Vandaag staan we schrijnend vroeg op: 5 uur ’s ochtends gaat de wekker en maken we ons klaar. Reden? We willen voor de hitte de wandeling in King’s Canyon tot een goed einde brengen. De gids raadt ons aan om voor 9 uur te starten. Enige probleem? We zitten nog steeds in Outback Australia – met Gerry, de two wheel drive campervan – dus we kunnen ons enkel bewegen over asfaltwegen. De rit naar King’s Canyon? 3,5 uur rijden. Just a normal day in the Outback.


De wandeling zelf kende een pittig begin, maar werd al snel een pak makkelijker. Hoogtepunt? Toen onze eerste Skippy zich openbaarde en vrolijk over het pad sprong*.

* In realiteit ging dit zo: Skippy zat in de rotsige bosjes, zag ons en bleef minutenlang angstig stijf stilstaan. Wij deden hetzelfde. Na een minutenlange stand-off zag Skippy in dat wij geen bedreiging vormden en sprong ze aan recordtempo van de berg af. Hierbij negeerde ze alle bordjes die melden dat je 2m van de rand van de klif moet blijven.
- Trapjes!
- Anneke.