Vandaag opnieuw op de planning: rijden, rijden, rijden. Enige stad van noemenswaardige grootte op he traject: Coober Pedy. Meteen ook de enige stop waar we tijd spenderen.

En terecht. Cooper Pedy is een fantastische stad. Het ligt middenin de opaalmijnen en de stad kenmerkt zich door twee zaken: opaal en (auto)wrakken. Wanneer je aankomt, meen je je in een filmdecor. Heel wat huizen, kerken, motels,… zijn ondergronds – om de warmte te overleven – en boven de grond zie je het ene na het andere autowrak.


Hoogtepunt? Toen we naar een uitkijkpunt over de ‘stad’ reden en in één of andere kunstinstallatie terecht kwamen. Schreeuwerige bordjes over uitzichtpunten, overal kapotte computers en white men totempalen. De twee Amerikanen die er na ons stopten begrepen er niets van: What is this? This is rubbish.




Exact, Amerikaanders, exact. Think about it.
Ook leuk vandaag: een road train bomvol kamelen. Drie aanhangwagens vol kamelen, jongens! Ja, in de Outback heb je niet altijd even veel entertainment, dus je neemt wat je krijgt.
