Vandaag is het zo ver. De Grote Rode Steen openbaart zich aan ons. Opnieuw zitten we een halve dag in de wagen, om dan eindelijk het icoon van Australië te zien opdoemen.
We arriveren in de vroege voormiddag en rijden de Uluru (Ayers Rock) volledig rond. Hier en daar wagen we ons aan een kleine wandeling. De temperaturen zijn gelukkig wat gedaald; het aantal vliegen ook. Jonas denkt daar anders over. Hij heeft zich ontpopt tot een letterlijke Lord of the Flies en zodra hij één stap uit de wagen zet, komen de vliegen massaal op hem zitten.


’s Avonds parkeren we onze campervan bij Uluru en wachten we op zonsondergang. Soms was het moeilijk in te schatten wat het grootste spektakel was: de rotsformatie of de toeristen die mee met ons de zon wilden zien ondergaan. Zo was er het Aziatische stel dat zich naast ons parkeerde (neem dit maar heel letterlijk: we zaten buiten op een stoeltje en de uitlaat van de wagen stopte op 10 cm van mijn nek). Vervolgens openden ze hun deur onzacht tegen de wagen van het Franse koppel ernaast. Er werden papieren ingevuld, gebeld naar Avis, gezucht en vuile blikken uitgewisseld.

Bijna zou je vergeten naar voor te kijken, waar Uluru van kleur verandert: van bruin, naar oranje, rood en terug bruin. Een moment van zalige rust.
