Onze 72 uur in Sydney begon fantastisch: voor we Sydney binnen reden, spendeerden we een halve dag in het Royal National Park. Het tweede oudste nationaal park ter wereld (numero uno: Yellowstone NP in USA). We maakten een wandeling naar Eagle Rock en wauw: wat een uitzichten, wat een rock pools en wat een kustlijn. Ook mooi meegenomen: de strandjes en rock pools waren voor ons alleen. Minder mooi meegenomen: geen zwemgerief mee én de temperatuur lag behoorlijk laag.
Jonas had tijdens deze wandeling opnieuw heel wat vriendjes. Het hoogtepunt van de vriendschappelijkheid werd bereikt toen er veertig vliegen op hem zaten. Ik strandde op de tweede plaats in deze vriendschapswedstrijd en had slechts zes vriendjes. Ik probeer het niet persoonlijk te nemen.
Een dag later begon het citytrippen – de vriendjes lieten we (grotendeels) achter. Op de eerste citytripdag werden we een beetje cuurrraaazzyyy en bleven we wandelen. Een ochtendwandeling met Free Walking Tours, een klim naar boven de brug vlak na de middag, een wandeling in de haven, een avondwandeling met Free Walking Tours door de Rocks en dan toch ook nog even naar het lichtspektakel kijken bij het Sydney Opera House.
Hoogtepunt van dit alles: de commentaar van één van de deelnemers aan de Free Walking Tour door de Rocks. Na een klein uurtje slenteren ging het zo: ‘There’s a lot of walking on this tour‘. Opgepast dus bij de volgende wandeltour waar je je bij aanmeldt: er bestaat een risico dat je gaat moeten wandelen.
Tweede hoogtepunt: Frankie’s Pizza. Nietsvermoedend volgden we de tip van de tour guide om goedkoop overheerlijke pizza te eten. Ik zeg nooit ‘nee’ tegen overheerlijke pizza. Wel een beetje vreemd was die buitenwipper die bij de pizzeria stond. Maar ik kon me er nog wel iets bij voorstellen: gevechten om pizza slices; ik heb het zelf al vaak overwogen. En dus wandelden we nietsvermoedend een rockbar binnen. Geweldige muziek, fantastische pizza’s – weinig licht, beetje gehoorschade. Je moet iets over hebben voor je eten.
Dag twee focussen we ons op de stranden: we wandelen de Bondi to Coogee Coastal Walk en genieten van het Sculptures by the Sea Festival. Hoogtepunten van de wandeling: de vele mooie zwembaden langs de kust en enkele toppers van kunstwerken. Gespot: twee oudere hippie-vrouwen die niets liever deden dan elk kunstwerk beklimmen. Dieptepunt: we hadden ons zwemgerief wéér niet mee. Flaters!
Dag drie: de focus ligt op dat wat we al wekenlang fout doen in Australië: géén zwemgerief meenemen. Gepakt en gezakt trekken we dus met de ferry naar Manly Beach met één missie: zwemmen. Bij aankomst treffen we een soort Blankenberge à la Australië. En wat spot het oog? Een hele reeks geplaatste bordjes die verbieden om te zwemmen én een naderende storm. Plan Zwembroek: afgevoerd.
We trekken terug richting centrum, spotten nog enkele zeer beangstigende clowns in het lunapark en besluiten om de trip verder te zetten richting Port Stephens. Die zwembroeken moeten dringend nog eens nat worden – en niet door de aanhoudende regen.