We hebben heel lang getwijfeld over hoe we wilden rondreizen in Taiwan. Opties: Auto, openbaar vervoer of te voet. We zaten eigenlijk al door ons budget heen en een auto huren was nu ook niet zo goedkoop (50-60 Euro per dag voor een auto type Ford Fiesta; Sporteditie; automaat; grote spoiler achteraan; letterlijk het kleinste model dat je kan krijgen).
Er is de trein als alternatief en die brengt je echt wel op de meeste plekken waar je wil zijn. Vrij snel en vrij efficiënt als ik de reviews online mag geloven. De trein brengt je echter niet overal. Niet in die kleine stukjes natuur, niet in die afgelegen gebieden, niet op de plekken die we eigenlijk het liefst wilden zien. We kozen dus toch voor de auto.
Na enorm veel geklungel (websites die tegenwerken enzo) kregen we een wagen (de kleine Ford Fiesta!) geboekt en kon het avontuur enkele dagen later echt beginnen.
We waren nu al een tijdje doorheen Azië aan het reizen en hadden al heel wat verkeerssituaties meegemaakt. Eigenlijk verklaarden we ons op voorhand gek dat we aan dit laatste avontuur wilden beginnen, maar de reviews online op Lonely Planet en Tripadvisor gaven aan dat het allemaal doenbaar zou moeten zijn.
De infrastructuur is geweldig. In de rest van Azië kregen we te maken met zandwegjes of wegjes waar ooit wel eens een laag asfalt op lag. Hier lagen alle wegen er in quasi onberispelijke staat bij. In Tapei rijden bleef wel een uitdaging. Overvolle straten, stroken die enkel voor brommers/scooters waren en kruispunten zonder enige vorm van verkeerslicht.
Wat maakte dit auto-avontuur dan een echt avontuur om niet snel te vergeten?
- Taiwan van Noord naar Zuid is ruwweg 490 kilometer. Beetje België, maar dan toch een beetje groter. Dat allemaal met nagenoeg perfecte wegen.
- Parkeren: Thank God voor die kleine wagen. Er zijn twee soorten parkings in Taiwan: de eerste is vrij logisch. Een gratis/betaalparking met duidelijke parkeervakken. Herkenbaar aan de grote ‘P’. Vooral in grote steden was dit welgekomen. Betaalautomaten spraken gelukkig wel Engels (en prijzen waren te herkennen aan het feit dat men een westers schrift voor cijfers gebruikt). De tweede parking is de parking van “Ik zet mij hier en de mensen zullen wel rond mij heen rijden”. Drukke baan? Spitsuur? Overal stopten auto’s. In kleine steden geen probleem, in grote was het vaak slalommen.
- Snelheidslimieten: Niemand leek zich er aan te houden, ook al stond het daar vol flitspalen. De snelheidslimieten lagen dan ook bedroevend laag en onze witte Ford Fiesta (sporteditie, remember), vond 40km/uur een beetje traag, zeker als dit echt kilometers lang de aangewezen snelheid was (andere limieten lagen tussen 50-70 km/uur op gewone wegen).
- Regelgeving: Welke regels? We vroegen ons meermaals af of er wel regels waren voor bijvoorbeeld brommers/scooters (en eigenlijk ook auto’s). Het oranje verkeerslicht betekent hier duidelijk “geef nog maar wat extra gas” en het rode “het is eigenlijk al terug groen, ik vertrek al”.
- Taroko National Park en de wegen errond: Taroko moet één van de bekendste natuurparken van Taiwan zijn (en terecht). Er zijn veel werken aan de gang die het de auto-, bus-, vrachtwagen-bestuurder gemakkelijker moeten maken om door het park te rijden. Wat echter nooit wende waren de tunnels (de oudere, niet de nieuwe) en de weg naar Mount Shimen. Tunnels hadden vaak slechts één baanvak en waren bij momenten honderden meters lang. De weg werd gebruikt door alle eerder vernoemde voertuigen. Elke bocht kon je laatste zijn. Tot overmaat van ramp zaten de wolken bij onze terugkeer zo laag dat we ongeveer anderhalf uur letterlijk NIETS gezien hebben.
- Rijdende discoballen: Overal, maar dan ook echt overal staan lichten te pinken die om aandacht schreeuwen. Zo staan er aan de verkeerslichten vaak groene en rode lichten te pinken, wat het allemaal zeer verwarrend maakt. Vrachtwagens hebben overal LED-lichten gemonteerd om op te vallen en overal staan rood/blauwe lichten. De politie is overal, maar meestal ook nergens (politie rijdt ook altijd met brandende rood/blauwe lichten).
- Waarschuwingslichten: naast de overdaad aan flitsend licht viel ons nog iets op. Mensen reden vaak door het rood, maar soms was dat heel normaal. Op vele plaatsen stond er een groen/oranje/rood licht een honderdtal meter voor het echte rode licht (meestal voor een bocht) als waarschuwing. De eerste keer stop je dan nog braaf voor het rode licht, maar dan merk je dat mensen beginnen te toeteren en je langs alle kanten beginnen voor te steken …
Maar dat is allemaal niets tegenover het laatste argument: Het rijgedrag van de gemiddelde Taiwanees. Zoals eerder aangehaald: snelheidslimieten of lichten zijn niet zo belangrijk. Maar wat dacht je van:
- Bussen die je haast van de weg rammen omdat de chauffeur op zijn GSM bezig is.
- Scooters die van een bergpas afrazen en je voorsteken in een bocht zonder enig zicht op wat er zich achter de bocht bevindt … ohja, langs rechts (en ja, we hebben er eentje geraakt, zonder veel gevolgen gelukkig).
- Richtingsaanwijzers zijn hier overal optioneel.
- Iedereen steekt langs rechts voor. Overal. Op wegen met één rijstrook geldt dit ook trouwens (gewoon hopen dat niemand zich geparkeerd had).
- Never Forget: De vrachtwagen die 80km/uur reed op een baan van 70km/uur, in ons gat kwam hangen, met zijn lichten knipperde en claxoneerde. Om dan toch bij voorkeur langs rechts voor te steken omdat we enkel naar links konden uitwijken. Bij het volgende licht week hij dan toch uit voor een voorligger en moest dan ‘noodgedwongen’ door het rood rijden omdat hij niet meer kon stoppen.
- Never Forget 2 – Jiufen: één van de drukstbezochte oude steden in Taiwan. Letterlijk één straat lang (in vele kronkels). Toen we onze afslag naar de parking misten zijn we zonder overdrijven 10 kilometer omgereden omdat het zo druk was en we nergens meer konden draaien (uiteraard was het op dat moment al pikdonker, voor extra effect!)
- …
Toch zijn we zeer tevreden dat we een auto hadden. We hebben zoveel meer gedaan en gezien. Dingen die we anders nooit gezien zouden hebben. Rondrijden in Taiwan is een goede leerschool, vooral in steden. Buiten de steden is het eigenlijk verbazend rustig.


2 reacties Voeg uw reactie toe