Een derde en laatste deel in onze Faeröer-saga. We hebben het al over onze wandelingen gehad en onze ‘perfecte’ reisroute uitgestippeld. Nu resten er ons nog wat praktische tips & tricks.

We vlogen met de combinatie KLM (naar Kopenhagen) – Atlantic Airways (de lokale luchtvaartmaatschappij) vanuit Amsterdam, naar Vagar dit in combinatie met een hotelovernachting + parking voor een week in het Marriott Courtyard Amsterdam Airport. Dit alles werd voor ons geregeld door de broer die voor een reisbureau werkt dat connecties legt. Tickets kosten aardig wat, het hotel + parking zijn betrekkelijk goedkoop (Aanrader als je vanuit Amsterdam vertrekt).
We huurden een gezellige kleine AirBnB in Tjornuvik, maanden op voorhand. Gezien elk beschikbaar huisje in elk klein dorpje een AirBnB bleek te zijn, geen rare keuze. Geen eigenaar gezien, maar wel vlot meer dan 100€ per nacht betaald. Alles werd online geregeld en dit ging vlot.

Verplaatsingen op de eilanden:
Je kan alles met het openbaar vervoer doen (of alles te voet, maar dat is voor echte avonturiers), maar het beste vervoer is toch wel de wagen. Zeggen dat wagens schaars zijn, is overdreven, maar de prijs doet het wel vermoeden. We betalen ons blauw voor de vele kilometers die we afleggen bij de auto die we huren bij Budget (via rentalcars.com), vooral omdat er een limiet van 100 kilometer per dag opgelegd wordt (en we daar vlot 450 kilometer overgaan).
Heel veel toeristen komen met hun eigen mobilhome. Niet altijd even evident op de soms heel smalle wegen, maar dus ook wel een optie.
Naadloos naar het volgende puntje: hoe veilig met de auto rijden in de Faeröer? (filmpje, link klikken!) Over het algemeen zijn de regels hetzelfde, maar je moet rekening houden met mist (lichten van de auto moeten altijd branden!), schapen, lange tunnels en tegenliggers (ook in tunnels). Van zodra je op zoek gaat naar de kleine dorpjes, veranderen de wegen allemaal in éénvaksbanen. Op deze smalle baantjes hebben stijgers altijd voorrang (tenzij het een bus of vrachtwagen is). Elke paar honderd meter zijn er plekken waar je de auto even opzij kan zetten om tegenliggers te laten passeren (deze dienen niet om zelf te parkeren!). Hetzelfde geldt voor tunnels. Iets schrikwekkender, maar alles verloopt steeds gecontroleerd.

Kledingvoorschriften:
Op voorhand hadden we ons voldoende ingelezen over een aantal zaken. Zo ook over de kleding die we dienden mee te nemen. Tijdens ons verblijf was de temperatuur steeds tussen de 10°c en de 15°c, niet bijster warm dus (maar normaal voor de Faeröer). We voorzagen ons dus van een aantal extra laagjes, maar we gingen niet zover als sommige andere toeristen (sommigen leken alsof ze naar de Noordpool gingen). Dit bleek voldoende. Houd wel rekening met mist en miezer die alles nat maken in geen tijd. Zolang je goed voorzien bent, is er geen probleem.

Eten & Drinken :
In de meeste dorpjes die enige grootte hebben, heb je wel een lokale supermarkt. Vele daarvan zijn ook open op zondag. Het grote winkelcentrum waarover je veel leest als je een beetje Googelt (SMS), is dit niet en is eigenlijk ook niet echt de moeite om te bezoeken.
Restaurants zijn een grotere uitdaging. Wij hebben veeleer zelf gekookt om onze maagjes te vullen. In de grotere steden heb je wel een aantal deftige restaurants, in de kleinere is het vaak goed zoeken, of is er wel een lokaal “wafelkraam”. Tjornuvik had een kleine snackbar en het wafelkraam stond voor ons huisje (openingsuren al naargelang het weer en de goesting).
Wat is ons nog opgevallen?
Naast het occasionele wafelkraam hier en daar waren er een aantal zaken die steeds terugkwamen:
- Het werd daar letterlijk nooit donker (je hebt ‘donker’ en ‘donker, donker’ uiteraard, en ja, de tijd van het jaar had er veel mee te maken.
- Hoe klein een dorpje ook was, van zodra er meer dan 22 mensen woonde, leek het verplicht te zijn om een voetbalveld te hebben, steeds in uitstekende staat (velen ook met kunstgras).
- Elk huis, waar er ook kinderen wonen, heeft een trampoline. Elk. Huis. We hebben er maar eentje zien wegwaaien.
Conclusie:
Het leven is duur in de Faeröer, op zowat alle fronten! De wondermooie natuur krijg je er gratis bij. Een weekje is net lang genoeg om de meest belangrijke punten te bezoeken en het is een aanrader voor iedereen!
Nog meer vragen? Stel ze gerust!




Één reactie Voeg uw reactie toe